Hartelijk welkom!



Deze blog informeert u over de dingen die achter de schermen van ons kasteel gebeuren en bespreekt items uit onze uitgebreide collectie. Voor informatie over openingstijden en evenementen, tentoonstellingen, huwelijken en kinderpartijtjes verwijs ik u naar onze site:

www.sypesteyn.nl

Restaurant op Sypesteyn
De catering van het kasteel is in handen van het echtpaar Annette en Hans Hoogerwerf. Dit gastvrije duo zorgt voor een prettige plek waar gasten graag een hapje of drankje zullen nuttigen. Het terras is geopend tijdens de openingstijden van het museum. Hans en Annette verzorgen tevens de intakes voor bruiloften, feesten en bedrijfsactiviteiten. Ze staan u graag te woord om al uw wensen in vervulling te laten gaan.


Ik wil u uitnodigen uw reactie te plaatsen onder de artikelen.

Bedankt en veel leesplezier.

zondag 9 december 2012

Buxusziekte slaat toe

Tekst : Henny van der Wilt
Foto's : Joes Kloosterman
Sinds 1995 kent men in Engeland de schimmelziekte Cylindrocladium buxicola in de Buxus. Vanaf 2006 heeft de ziekte in Nederland voet aan wal gekregen. De bladeren worden eerst geelachtig, daarna bruine vlekken en uiteindelijk zwarte strepen op de takken. Het gevolg: de plant sterft!! De laatste jaren hebben we te maken met een droge periode in het voorjaar, gevolgd door natte zomers. De Buxusplant heeft kleine blaadjes die langzaam drogen, waardoor de schimmel alle kans krijgt. Men veronderstelde eerst dat het alleen in jonge aanplant voorkwam, maar dat is helaas niet het geval. Op Kasteel Sypesteyn is het in de 100 jaar oude Buxus toegeslagen. Ook op Slot Zuylen is het in de veel jongere Buxus toegeslagen. In een jaar tijd is alles bruin geworden, maar nog niet helemaal dood. Op Slot Zuylen doen we nog
even niets, maar we zijn niet erg optimistisch. Als we gaan herplanten is dat op z'n vroegst najaar 2013. Het najaar en vroege voorjaar is de beste tijd om te vervangen en te knippen, omdat de schimmel zich niet verspreid bij lage temperaturen. Waarmee we de Buxus gaan vervangen is nog niet bekend. In elk geval geen Buxus meer, want er is nog geen resistent ras gevonden.
Op Sypesteyn zijn we wel met herplant begonnen. Een naar werk om de oude Buxus te rooien, waar de Jonkheer zelf tussen gestaan heeft. We
hebben 50 meter dode Buxus gerooid, oude grond deels vermengd met goede grond, alles geëgaliseerd en herplant. We hebben nieuwe haagjes geplant van Lonicera nitida. Het is afwachten hoe het zich ontwikkeld. De vorm-buxus en een groot deel van de oude haagjes zien er nog goed uit, maar we zijn erg bang voor verdere verspreiding, wat door wind, blad en mensen wordt veroorzaakt. Spuiten met chemische middelen hadden op Sypesteyn geen resultaat, bovendien een vreselijk vies werk!!!
Op Paleis Het Loo gaan ze 27 kilometer vervangen met Ilex crenata, een hulstachtige met op Buxus gelijkende blaadjes. Deze planten zijn niet meer te krijgen, omdat Het Loo alles en overal opkoopt. Ook daar hebben ze
slapeloze nachten, want het is een onzeker experiment. Het ziet er toch anders uit dan Buxus!
Het is een schrale troost, maar een landelijk probleem waar alle hoveniers en tuinbazen mee te maken krijgen. In historische tuinen is het een RAMP te noemen, want Buxus is een historische beplanting, de vervangers zijn dat NIET. We moeten wat en daarom is "het Gilde van Tuinbazen" zo belangrijk. Elkaar informeren en bij elkaar op bezoek om resultaten te aanschouwen.
We houden jullie op de hoogte met de verdere ontwikkelingen!

woensdag 7 november 2012

St. Hubertusblazen op Sypesteyn... een geweldige traditie

Tekst: Nico Alles
Foto's: Ben van Beek


Op zondag 4 november j.l. konden liefhebbers van jachthoornmuziek voor de vierde keer alweer genieten van een gratis jachthoornconcert dat gegeven werd door de Loosdrechtse jachthoornblazersgroep "De Muyevelders" onder leiding van Harry Sevenstern. De groep bestaat uit een twaalftal hoornblazers (waarvan één vrouw), waaronder onze eigen Richard de Wild.
Het is een vaste traditie geworden dat de hoornblazers op een zondag die rond 3 november valt, de naamdag van St. Hubertus, acte de présence geven op het knusse terras van ons kasteel.
Wie was Hubertus en wat heeft hij gedaan? Hubertus (655-727), een zoon van de hertog van Aquitanië, leidde een werelds leven. Op Goede Vrijdag van het jaar 683 ging hij op jacht, hoewel dat een zeer oneerbiedige activiteit was op die dag. Plotseling zag Hubertus een groot hert en ging er met zijn honden achteraan. Toen hij het hert bijna te pakken had en het dier zich naar hem toekeerde wilde hij het met zijn kruisboog neerschieten. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei. Een stem zei hem naar Lambertus van Maastricht te gaan. Daar ging hij in de leer en nadat hij eerst priester was geworden volgde hij Lambertus op als
bisschop van Maastricht. Hij was de laatste bisschop van Maastricht, want later verplaatste hij de bisschopszetel naar Luik. Sint Hubertus staat nu bekend als patroonheilige van de jacht. Omdat hij eens een man van hondsdolheid genas, wordt hij speciaal aangeroepen tegen deze ziekte. Daartoe wordt ook tegenwoordig nog het zogenaamde hubertusbrood gezegend. (bron: wikipeadia e.a.)
Zo mooi de zondag in de ochtend begon zo slecht werd het weer in de middag. Omstreeks half drie, tijdens de inloop, begon het zachtjes te regenen, maar al spoedig ging het flink doorregenen en werd het pas
omstreeks vijf uur eindelijk droog. Omdat "buienradar" aangaf dat het wel enige tijd zou blijven regenen besloot Harry Sevenstern en zijn medejagers om toch maar te gaan blazen en dat deden ze met verve in de regen onder de druipende honingboom. Jagers zijn echter wel wat gewend en ze bleven dan ook stug doorspelen. Pas tijdens het laatste repertoire was het droog geworden en konden de paraplu's dicht blijven. Het weer was er ook te slecht voor om op het dak van het kasteel muziek ten gehore te brengen. Jammer, want dit geeft altijd een wel heel bijzondere sfeer rondom het kasteel en voor de bezoekers in de tuinen. Gelukkig
hadden Tanja en Pieter Goderie voor een ruime tent gezorgd (wat zouden we toch doen zonder al onze behulpzame vrijwilligers) en gelukkig stond daardoor het buffet, waar de bezoekers glühwein, erwtensoep, gehaktballetjes, broodjes knakworst en warme chocolademelk konden verkrijgen, droog en in de luwte. Enige vuurkorven die constant gevoed werden met houtblokken droegen tijdens het donkere weer extra bij aan de gezellige sfeer.
Het is jammer dat door het slechte weer er relatief weinig bezoekers kwamen opdagen. Ook onze eigen vrijwilligers bleven meest thuis. Maar alle thuisblijvers hebben echt wat gemist. De prachtige klanken van de
grote en kleine jachthoorns (Parforce-hoorns en Plesshoorns) verrukten de bezoekers en deden de regen vergeten. Telkens weer werd er uitbundig geapplaudisseerd.
Vorig jaar heeft Antoinette Stals op deze blog uitgebreid verslag gedaan over het gebruik van de jachthoorn en onder meer over de muziek voor en na de jacht en over marsen voor jachthoorns. Interessant om dit nog eens te lezen (zie rechterkolom blog bij Onderwerpen: jachthoornblazen/midwinterhoornblazen. Even aanklikken, dan staan alle artikelen hierover bij elkaar).

De hoornblazers hebben toegezegd om ook volgend jaar weer te komen blazen en spraken de hoop uit dat de weergoden dan wat milder gestemd zullen zijn. Hopelijk mogen we dan ook veel bezoekers verwelkomen. Een mooier decor voor hoornblazers kan men zich toch nauwelijk voorstellen...?

donderdag 11 oktober 2012

Kasteel..... (M/V) 2012

Tekst: Huib Tijssens
Foto's: Ruud Jobse



Op 3 oktober vond in ons winkeltje al weer het laatste SYP-café plaats. Zoals gebruikelijk weer een prima assortiment hapjes en zoals eveneens gebruikelijk door weer een andere groep vrijwilligers bereid. Even tijd om stil te staan bij alles wat zich sinds het vorige café heeft voorgedaan. Drukke maand waarbij veel inzet en actie van onze vrijwilligers onontbeerlijk was. De geweldige veiling o.l.v. Frederik Baerveldt met dito opbrengst. De helaas al weer afgelopen de Hondecoeter tentoonstelling, die tot op de laatste dag veel publiek trok. En op diezelfde dag ging ook nog eens de laatste de Hondecoeter catalogus over de toonbank. En hoe
iedereen genoten had van het concert van de big band The Bruce Selection.

Na afloop van deze korte evaluatie werd de aanwezigen, waaronder ook Lia Moote en René de Vries van ons bestuur, verzocht zich naar het kasteel te begeven. Dit riep vooral bij de 'jonkies' onder ons (neen, geen leeftijdsdiscriminatie, maar degenen die pas sinds kort vrijwilliger bij ons zijn) wat vragen op. Aangekomen bij de blinde muur van het kasteel werd een theedoek ontwaard, die over de aldaar bevestigde plaquette was
gehangen. Toen werd eenieder duidelijk dat het weer tijd was voor de onthulling van de kasteelvrouw van het jaar.

Huib Tijssens rommelde wat aan de theedoek waaronder al gauw een plaatje met de naam Antoinette Stals tevoorschijn kwam. Volledig verbaasd trad zij naar voren om van Huib te horen waarom directie en bestuur de keus op haar hadden laten vallen: èn coördinatie klimaatbeheer, extra lastig vanwege de wat krakkemikkige staat van een deel van de apparatuur, èn bewaking roosters voor rondleiders, openers,
sluiters en weekendbeheer, èn beheerder van onze fantastische weblog, waarop niet zo lang geleden nog het 100ste artikel verscheen, waarvan vele door Antoinette geschreven, èn een berg onderzoek gedaan voor de volgend jaar geplande herinrichting van de Wapenkamer. En dat alles terwijl zij al een flinke tijd veel ellende en hinder moet doorstaan vanwege pijn en operaties aan haar handen. Een enorm applaus van de aanwezigen viel haar ten deel.

Ondertussen hing de theedoek nog steeds aan de muur. Toen Huib deze
verwijderde, werd nog een tweede naam zichtbaar. De drager ervan, Nico Alles, moest zijn naam een paar keer horen roepen voordat hij doorhad dat ook hij in het zonnetje gezet ging worden. Huib memoreerde dat het bestuur Nico zeer erkentelijk was voor alles wat hij gedaan heeft om de betalingsadministratie in het winkeltje te verbeteren. Met aanhoudend geduld heeft hij ons uiteindelijk toch weten te overtuigen dat een kassa volgens zijn concept de oplossing was. Om vervolgens de kassa niet allen te schenken aan Sypesteyn, maar het ding ook volledig te programmeren, de complete winkelinventaris van een zgn. PLU nummer te voorzien, een
(misschien wel een beetje te) uitvoerige instructie te vervaardigen voor de gastvrouwen in de winkel, hen allen individueel te begeleiden, steeds paraat te staan als zich problemen voordeden. Wederom een verdiend applaus van de menigte.
Na woorden van dank door het kersverse kasteelpaar en hartelijk felicitaties van iedereen werd gezellig nog even doorgeborreld. Een terechte uitzondering op de regel dat jaarlijks aan één persoon de titel ten deel valt, helemaal passend bij het eerste eeuwfeest van ons dierbare Kasteel-Museum Sypesteyn.

donderdag 27 september 2012

Sypesteyn swingt en danst



Tekst: Frits Ham
Foto's: Joop Zuiderwijk, Agnes van Dijk

'Jazz at the Castle', muziek in een Loosdrechtse traditie

Zondag 23 september maakte de big band The Bruce Selection voor een talrijk publiek op een kille herfstmiddag hartverwarmende muziek. Onder een grote tent op het terras, die de vorige dag dienst had gedaan voor het huwelijk van een zoon van vrijwilligerscoördinator Tanja Goderie, dirigeerde Antoinette Stals, alweer een Sypesteyn vrijwilliger, het twintigkoppige jazz ensemble. En wel voor een volle bak, want een groot publiek was afgekomen op het evenement, dat door intensieve publiciteit in en rond Loosdrecht uitgebreid onder de aandacht was gebracht.
Dat Antoinette bij uitzondering voor het orkest stond en er niet de saxofoon bespeelde, kwam door de afwezigheid buitenlands van vaste dirigent Bruce Skinner, de naamgever van The Bruce Selection. Maar haar invalbeurt verliep voortreffelijk, minstens even vakbekwaam als haar rondleidingen door het kasteel. Het publiek genoot twee uur lang met volle teugen, en sommigen lieten zich op het eind zelfs verleiden tot een dansje op de vooral bij de ouderen bekende muziek van In the Mood, een classic van de Amerikaanse trombonist en bandleider Glenn Miller. Maar ook andere stukken kregen daverend applaus van de aanwezigen, van Count Basie (Li'l Darlin') tot Carlos Jobim (The Girl from Ipanema) en Aretha Franklin (Respect). Het traditionele Loosdrechtse gevoel voor jazz werd kortom weer eens flink gekieteld. Dat de entree gratis was werd ruimschoots goedgemaakt door de opbrengst van de buitenbar, die door vrijwilligers werd bemand en door het publiek niet bepaald over het hoofd werd gezien.
Voor herhaling vatbaar? Het enthousiasme van de toehoorders, en ook dat van de band ('wat een prachtige ambiance en wat een fijn publiek') zouden het haast doen denken.



maandag 24 september 2012

Assistent van de veilingmeester

Tekst: Cees van den Heuvel, rondleider
Foto's: Ruud Jobse



Eindelijk is het dan zover; de veiling ten bate van Sypesteyn gaat plaatsvinden. Mijn rol in dit gebeuren is die van assistent van de veilingmeester Frederik Baerveldt en het tonen van de te veilen goederen in samenwerking met Pim de Lange. Ik verheug me erop, want ik ken Frederik als een geestige, gevatte veilingmeester, die met zijn zeer persoonlijke stijl de mensen aan het lachen en het bieden krijgt.



Er moet immers geboden worden; het liefst zoveel mogelijk om de kas van Sypesteyn te spekken en om het werk van de Stichting voort te kunnen zetten.
Mijn vrouw en ik zijn redelijk vroeg aanwezig en zien de mensen binnendruppelen. De meesten met een biednummer in hun hand.



Vrijwel iedereen gaat naar de kelder om de te veilen stukken te bekijken. Het aanbod is zeer verschillend; van sieraden tot 1 jaar autowassen, van dinerbonnen en een rit met een, volgens Frederik, peperdure Mercedes tot dozen met kasteelwijn.



Na het openingswoord door de Burgemeester van Wijdemeren Martijn Smit wordt goed en snel geboden op vrijwel alle stukken, zeker na zo'n behendig verkooppraatje van de veilingmeester.
Het scorebord geeft aan dat we de 10.000 euro naderen. Op het moment dat we die grens overschrijden wordt de kasteelbel geluid.


Niet alles wordt verkocht en de zeer lelijke dd-finish-achtige fauteuil met zijn post-pessimistische bekleding, ooit door een verstandig mens in het kasteel achtergelaten, wordt bij gebrek aan belangstelling niet geveild.
Het einde van de veiling nadert, het laatste lot geveild en dan geeft het scorebord 10.721.00 euro aan. Een prachtige opbrengst, het resultaat van de inzet van velen om de veiling tot een succes te maken.



De opbrengst van de veiling is een mooie bijdrage aan de instandhouding van de droom van een bijzonder mens: de Jonkheer van Sypesteyn.
Ik vond het een leuke ontspannen middag en verheug me op de rondleiding die ik samen met Frederik Baerveldt ga geven. Onze oudste kleindochter Anouk, die binnenkort 10 wordt, kijkt uit naar het door mijn vrouw gekochte kinderpartijtje.



vrijdag 24 augustus 2012

"Op het vinkentouw"

Foto's: Rik van Wegen, Joost van der Elst

"Mooie tentoonstellingen, zoals we er nu een hebben met schilderijen van Melchior de Hondecoeter, trekken ook "mooie" mensen, mensen die veel te vertellen hebben".
Afgelopen week was mijnheer Van der Elst op bezoek, die zelf nog vinken vangt op de manier zoals die te zien is op het schilderij van Melchior de Hondecoeter in de Gotische kamer, maar nu om vogeltjes te ringen. Mijnheer Van der Elst en zijn vrouw hebben mij weer heel wat leuke dingen verteld, die ik weer kan gebruiken tijdens de rondleidingen.
Op mijn verzoek volgt hieronder een erg leuke bijdrage aan de blog van mijnheer Van der Elst, waarin hij aan de hand van twee foto's uitlegt hoe het vinken vangen met een net precies gaat.

Elly Grosscurt, rondleider




Op één van de schilderijen van Melchior de Hondecoeter (nr. 8 in de catalogus, links boven op het schilderij) staan vinkenvangers afgebeeld. Ze zitten "op het vinkentouw". Dit is verbonden met twee netten die dichtslaan wanneer op de ertussen liggende grond aangelokte vogeltjes komen.

Iets over de geschiedenis:

Deze techniek, die nog steeds op vogelringstations wordt gebruikt, stamt uit de Middeleeuwen. Op oude schilderijen staan zulke vogelaars vaak haveloos afgebeeld, vermoedelijk behoorden zij tot de laagste klasse.
In de 17e eeuw is dat drastisch veranderd. Toen stichtten rijke Amsterdamse kooplieden langs de Hollandse binnenduinrand hun buitenplaatsen. Zij zullen die plaats niet gekozen hebben om het fenomeen van de vogeltrek. Het is namelijk daar dat in de herfst duizenden vogels uit het noorden en oosten komend, bij hun trek naar het westen en zuidwesten op de Noordzee stuiten en daarom in een betrekkelijk smalle baan zuidwaarts gaan.
Liet een landgoedbezitter voor de grap een vogelaar wat netjes uitleggen om wat lekkers voor de keuken te verkrijgen? We weten het niet. Maar zeker is dat het bezit van een vinkenbaan een kwestie van status werd. Zo'n baan werd niet vlak bij huis aangelegd, maar een eindweegs het duin in, daar zijn de vangomstandigheden beter.
Is eenmaal een baan ingericht met meerdere netten en een gerieflijk vinkenhuisje van waaruit aan de lijn kan worden getrokken, dan kon je je gasten uitnodigen. De bezoekers deden dan voor de aardigheid ook een "trekje".
Ook werden uitnodigingen verzonden om de mozaïken te bewonderen van dode vinken en kepen, omringd door guirlandes van lijsters en merels die op het gazon waren uitgelegd. Iedereen kreeg dan een behoorlijke portie mee voor de keuken.
De Universiteit van Leiden gaf de Heren Studenten vrijaf, om bij hun relaties de baan te bezoeken. De vangstcijfers konden oplopen tot honderden per dag en vele duizenden per jaar. Wij zijn intussen Italië ontgroeid!

Terzijde

Eén landgoedbezitter is in de ornithologie vereeuwigd: Mr. Cornelis van Lennep , 1751-1813. Hij bewoonde het Huis Manpad in Heemstede. Hij bestudeerde het verband tussen de weersgesteldheid en de vogeltrek. Om 's ochtends meteen te weten hoe de wind stond liet hij de windwijzer op de schoorsteen verbinden met een windroos in de ontbijtkamer. Zat de wind in de zuidelijke hoek, dan wist hij dat het de moeite kon lonen om een reisje naar zijn baan te maken.

De vinker

Wilde men een goede baan in stand houden dan moest een bekwame vinker aanwezig zijn. In de herfst moest alles voor de vangst gereed zijn. Dat betekent het verzorgen van de speciale beplanting, het onderhouden van de netten en het beheren van een grote volière met lokvogels. Voor die op de baan werden gezet moest de vinker ze een fijn leren tuigje (een haampje) omdoen, waarmee ze via een ragdun kettinkje aan een pennetje in de grond werden vastgezet. Andere lokkers werden in kooitjes ten noorden van de baan als voorposten uitgezet, zodat die met hun roep de hoog aankomende soortgenoten omlaag konden lokken.
Ook moest hij vogels "muiten": in de loop van maanden de lichthoeveelheid in een afgesloten kooi zo manipuleren dat ze in de herfst hun voorjaarszang lieten horen.
Ook 's winters moest hij paraat zijn; waren er als het had gesneeuwd leeuweriken te horen, dan moest een ander soort net sneeuwvrij gemaakt worden waarop ze zeker zouden landen, want leeuweriken zijn een delicatesse!

foto 1

foto 2

De techniek

Op de eerste foto liggen de opgevouwen netten open. Een ruk aan de vanglijn trekt aan de lange lijnen die van voor naar achteren de netten dragen. Die tillen dan de netten op (foto 2) en slaan toe. De slag is geslagen.

Terzijde

In de loop van de tijd is een aantal vaktermen ontstaan. Eén slaat op het scharnier waarmee de stok in de grond draait, een "lurf".
Slaagt een vogeltje er bijna in te ontsnappen, door in de lengterichting van het bewegende net te vliegen, dan kon de vinker het nog net:
"bij de lurven pakken".
Het Groot Nederlands Woordenboek geeft een andere uitleg over het ontstaan van de uitdrukking. Wij vinden de onze, blijkbaar niet verantwoorde, mooier!

Het heden, 2012

In 1912 kwam de Wet op de Vogelbescherming tot stand. Met één klap kwam een eind aan de vinkerij. Slechts enkelen mochten voor de wetenschap doorwerken
Rond 1959 slaagden hier en daar vogelkenners - beroeps en amateurs - er in weer een vinkenbaan op te richten. Zij konden nog juist profiteren van de kennis van oude heren, beroepsvinkers in ruste. Die droegen met plezier alles over wat zij nog wisten.

Op een groot aantal plaatsen worden nu vogels geringd. Alle gegevens. zoals o.a. maten en leeftijd, gaan naar de ringcentrale die ook bekwaamheid beoordeelt en vergunningen uitgeeft.
Tussen alle Europese centrales is een "clearing", zodat, dankzij de grote getallen inzicht ontstaat over trekroutes, overleving, mogelijke veranderingen door klimaatwijziging, noodzaak van biotoopbescherming, e.d.
De techniek staat niet stil. Eerst werden lokvogels vervangen door elektronisch geluid. Slagnetten maken plaats voor mistnetten, die zo fijn zijn dat de vogels ze niet zien en er dan in vliegen en vastraken.
En nu is er naast het ringwerk de microtechniek. Jaarlijks worden GPS-zendertjes en dataloggers kleiner zodat ze nu ook al draagbaar voor kleine vogels zijn.

Joost van der Elst, augustus 2012

woensdag 15 augustus 2012

Dag Jonkheer, dag kasteel

Tekst: Joan Broné
Foto: Pim de Lange

Onze lieve Joan heeft helaas besloten haar werk als vrijwilligster neer te leggen. Ze neemt afscheid van het kasteel met een prachtig gedicht.



Afscheid nemen van iets moois,
van mooie mensen ook,
dat doe je niet maar even zo,
daar denk je over na.
Soms te lang en soms te kort.
Soms weet je gewoon
dat het er tijd voor wordt.
Je hebt je steentje bijgedragen
aan al dat vele moois
ook aan die mooie mensen.
En, eerlijk is eerlijk,
je mist ze wel,
die heel mooie mensen dan.
Als het werk te veel ,
te zwaar ook wordt
dat zelfs je karakter
er onder lijdt,
dan is het toch echt tijd,
tijd om ermee te stoppen.
Tijd om dag te zeggen
tegen al dat moois,
ook tegen al die mooie mensen.
Soms liet ik een traan
en soms was ik even boos.
Alles steeds maar eventjes
en eigenlijk altijd wel in stilte...
Dag Jonkheer, dag kasteel,
dag alle mij dierbare vrijwilligers...
Dank aan jullie allen
voor het lachen en het huilen
voor de fijne samenwerking!
Dag..., liefs en dikke kus,

Joan Broné

zondag 5 augustus 2012

AdLib.

Tekst en foto's: Huib Tijssens

Zo nu en dan horen jullie van een collega of tijdens het Sypcafé iets over AdLib. Maar wat is dit nu precies en waartoe dient het?

Wisten jullie dat:
- ons Kasteel-Museum meer dan 10.000 museale objecten herbergt, waarvan meer dan een kwart niet wordt getoond in de vaste opstelling?
- de meeste objecten in de collectie door de jaren heen van een inventarisnummer zijn voorzien en dat de details zijn vastgelegd op handgeschreven papieren velletjes, die waren opgeborgen in dozen en ordners?
- zo'n 30 jaar geleden is begonnen om de gehele papierwinkel te vervangen door een systeem met getypte inventariskaartjes, die als ze op elkaar zouden worden gestapeld samen ruim 2,5 meter hoog zouden zijn?
- zo'n 8 jaar geleden is besloten om het gehele kaartsysteem om te zetten naar een geautomatiseerd systeem en dat daarvoor het voor musea ontworpen computerprogramma AdLib werd aangeschaft?
- dit systeem vereist dat per invoernummer tenminste 15 zaken worden vastgelegd, zoals objectnaam, objectnummer, algemene beschrijving, wanneer verworven, maker, datering, materiaal, land van herkomst, maten, staat van onderhoud, evt. wanneer aan wie uitgeleend, evt. wanneer en door wie gerestaureerd, evt. literatuurverwijzing en standplaats in het kasteel?
- inmiddels meer dan 8.000 inventarisnummers zijn ingevoerd (en let wel dat bijvoorbeeld een 50-delig servies maar 1 hoofdnummer heeft en dat elk bordje, kopje en schoteltje met een eigen subnummer moet worden vastgelegd)?
- sinds we AdLib in huis hebben naar schatting 25 mensen zich voor kortere of langere duur hebben ingezet om te helpen deze "monniken"-klus te klaren?
- momenteel 2 vrijwilligers (Margot en Bettie) hun beschikbare tijd voor Sypesteyn volledig aan AdLib wijden en 1 andere (Anita) voor een deel?
- qua aantallen ingevoerde nummers Anita de absolute topper is met de invoering van de beschrijving van ruim 1200 prenten en tekeningen en nog eens 400 pamfletten?
- van alle geregistreerde objecten digitale foto's worden gemaakt die aan het AdLib systeem gekoppeld gaan worden en dat Aad van Wegen, de broer

van onze conservator Rik, en soms ook wel Aadlib genoemd, er al meer dan 4000 heeft gemaakt?
- dit alles ten doel heeft onze collectie digitaal toegankelijk te maken, wat niet alleen handiger voor onszelf is, maar ook voor samenwerking met collega musea (voor bijvoorbeeld bruiklenen) en onderwijsinstellingen (educatie) en zeker te stellen dat wij straks de aan de nieuwe aangescherpte eisen voor museumregistratie kunnen voldoen?
- dit al weer de 100ste bijdrage is aan onze blog, sinds die in januari 2011 door onze onvermoeibare Antoinette Stals werd opgestart en grotendeels door haarzelf is gevuld met allerhande boeiende stukjes over het reilen en zeilen van Sypesteyn? Hulde daarvoor!


zondag 22 juli 2012

Het vogelconcert van Melchior de Hondecoeter

Tekst: Pieter Goderie
Foto': Hannie Humme en Carla
Dit schilderij is onderdeel van de de Hondecoetertentoonstelling in ons museum.
Klik op de foto om uit te vergroten!


Het is nog steeds een obsessie voor velen onder ons. De uil die daar trots met een poot geheven boven op een partituur staat en wat zou die inhouden. Het kan een strijdlied zijn die een ommekeer zou kunnen zijn in de interpretatie van de vaderlandse geschiedenis. Misschien gewoon een schunnig lied of een onbekende compositie van een bekende componist. Zo mijmeren we erover en dat is spannend. Het is daarnaast ook een wat vreemde afbeelding waarop alleen vogels zijn afgebeeld waarvan er geen een behoorlijk kan fluiten. Er zijn hele goede foto's gemaakt door Hannie Humme en Carla en kijk eens wat je ziet als je ze uitvergroot.


Er staat een tekst boven en die tekst geeft geen letter weer. Het ziet er ook niet naar uit dat de kunstenaar een poging heeft gedaan dat te doen. Nu de bladmuziek. Op de ene pagina zie ik een notenbalk bestaande uit vier balken en dat duidt op Gregoriaanse muziek en op de andere pagina verschijnt de ons meer bekende notenbalk met vijf strepen. De noten zijn duidelijk weergegeven en wat de vorm betreft doet dit denken aan Gregoriaanse muziek. Anders is het gesteld met de weergave van de maatstrepen. Ik heb er welgeteld twee gezien en als ik dan de open en gesloten noten tel dan lijken me dit geen maatovergangen. Ik vrees dat we aan de hand van deze partituur de vaderlandse geschiedenis niet hoeven te herzien. Toch heb ik het maar opgestuurd naar het Instituut voor Muziekwetenschap van de UvA.



woensdag 11 juli 2012

Over vossen en kippen gesproken

Tekst: Hannie Humme, rondleidster en manusje van alles
Foto's: Pieter Goderie, Antoinette Stals

In Hilversum en Wijdemeren worden regelmatig vossen gespot. Marianne Bruijns vertelde er al iets over in het blogbericht: Evaluatie na een weekje de Hondecoeter. In het oude kippenhok van Sypesteyn, op het kasteelterrein, logeren momenteel vijf bijzondere hoenders. Geleend van de Nederlandse Hoenderclub. Ze zien er heel grappig uit: een heeft een punkkuifje, twee een jaren 70 getoupeerd kapsel. De witte heeft een volle baard onder haar snavel. Afgelopen maandag heb ik een bordje met de soortnamen opgehangen bij het hok. De kippen zag ik nergens en ik had geen sleutel bij me dus kon ook niet controleren of ze binnen waren.

Plotseling viel mijn oog op een grote berg witte en grijze veren aan de achterkant van het kok. Ik liep wat verder naar de achterkant en zag nog meer witte veren liggen. Wat was hier gebeurd? Nu is mijn conditie waardeloos maar zo snel als ik kon ben ik teruggerend naar het koetshuis om Rik (conservator), Huib (directeur) én de sleutel te halen. Met ferme stappen liepen we terug, deur open.... Daar zaten de vijf dametjes parmantig te kijken, zich afvragend waarom we het hok binnenstormden. U begrijpt, dit verhaal blijft mij achtervolgen. Hoe het met de kippen gaat, krijg ik zo nu en dan te horen. Maar ik houd mijn rug recht: beter tig keer voor niets gekraaid dan één keer te laat.


Dinsdag 4 juli heb ik mijn eerste rondleiding gedaan. Een beetje zenuwachtig was ik wel want er kwam een groep van tien dames, allen kunsthistorici, speciaal voor de Hoedecoeters. Het was prachtig weer, dus de eerste gang was door het park naar het kippenhok. Ze zaten er nog alle vijf en vonden alle belangstelling wel leuk. Op naar het kasteel waar ik bij de blinde muur vertelde over het ontstaan en de familie Van Sypesteyn.

Eenmaal binnen gelijk naar de oude winkel waar drie generaties de Hondecoeter hangen. Jammer genoeg kon een van de dames niet goed lopen waardoor zij het bovengebeuren moest missen. Josee (rondleidster) heeft haar opgevangen en beneden van alles laten zien. Ook de schilderijen in de tentoonstellingskamer werden aandachtig bekeken. Bij het gevecht tussen haan en kalkoen kregen we nog aanvulling van een van de dames die ook bioloog bleek te zijn. De kalkoen spreidt de vleugels en gaat naar de grond. Dit is een teken van overgave die de haan helaas niet begrijpt.
Leuk als er een spontane uitwisseling is met een groep, want daar leer je als rondleider ook weer van.
We kregen veel complimenten voor de opstelling en de aankleding van de zalen. Het kuikentje van Antoinette (weekendbeheerder, blogbeheerder, enz., enz.), de buizerd van de opa van Rik en de veertjes van de Jonkheer zijn een schot in de roos. Ik kon bijna op alle vragen over de schilderijen antwoord geven dankzij de catalogus en het praatje van Joy Kearney tijdens de opening. Aan het eind kreeg ik applaus. Leuk, want zo'n eerste rondleiding is toch best spannend. Toen ik dan ook vertelde dat het de eerste was, gingen de handen weer op elkaar.


Terug naar het koetshuis waar het winkeltje inmiddels open was, zodat de groep entree kon betalen en een catalogus aanschaffen. Met €20,- in mijn hand voor de fooienpot die ik van een van de dames toegestopt kreeg, nam ik afscheid van mijn eerste groep.
Gesloopt, maar voldaan!









dinsdag 10 juli 2012

Vrouwelijke tuinbaas buitenplaats Sypesteyn

Tekst: Karin Smokers
Foto's: Henny van der Wilt en Joes Kloosterman

"Ik ben misschien niet zo sterk als een man, maar ik ben ongelooflijk taai!"

Henny van der Wilt werkt al bijna haar halve leven als tuinbaas. Dit kun je goed aan haar zien. Haar door de zon verkleurde huid is donkerbruin en ook haar spierballen zijn niet mis. Menig man zou er jaloers op zijn. Niet alleen uit haar voorkomen blijkt haar passie voor de natuur, juist ook uit haar woorden kan worden opgemaakt dat de natuur een groot onderdeel uitmaakt van haar leven. In haar beroep als tuinbaas, sinds achttien jaar op buitenplaats Sypesteyn in Loosdrecht en sinds één jaar op Slot Zuylen, kan ze op dit gebied volledig haar ei kwijt.

Als vrouwelijk tuinbaas vormt ze een uitzondering. Het overgrote deel van de tuinbazen is man. Dit brengt soms lastige situaties met zich mee, maar Henny ziet vooral de voordelen ervan.
Henny herinnert zich nog goed hoe zij achttien jaar geleden voor het eerst op buitenplaats Sypesteyn aankwam. Ze werd meteen geconfronteerd met haar vrouw-zijn. "Toen ik daar kon komen zeiden ze tegen me: 'Kom maar vier halve dagen in de week. Dan kun je 's middags uitrusten. Je bent een vrouw, dus het wel te zwaar voor je zijn.'"

Henny overweegt dit echter geen seconde. Het achterstallig onderhoud was zo groot dat er alleen met volle dagen werk wat aan te doen viel. Toen de directeur vervolgens voorstelde dat ze, als ze om zeven uur begon, rond drie uur wel weer naar huis mocht, komt ze met een vergelijkbare reactie. "Nou, dat vond ik belachelijk. Om drie uur naar huis? Er was zoveel werk te doen! Ik wilde helemaal niet om drie uur naar huis!"
De eerste maand probeert Henny zich dan ook te bewijzen. Voor de halfjaarlijkse bestuursvergadering doet ze haar best om de 'fossiele bestuursleden' even te laten zien wat ze kan. "Ik was hartstikke jong en ik barstte van de energie. Toen had ik nog bewijsdrang. Ik heb me helemaal de pleuris gewerkt een maand lang. Na een week zeiden ze al - ik had maar amper wat gedaan voor mijn gevoel - oooh, wat knapt het al op! En daar kreeg ik alleen maar meer energie van".

Tegenwoordig heeft Henny niet zo'n last meer van bewijsdrang. Ze weet wat ze wil en laat dit ook geregeld merken. Zo krijgt haar toekomstig werkgever op Slot Zuylen een jaar geleden tijdens haar sollicitatiegesprek te horen: "Zijn er kledingvoorschriften? Want als het mooi weer is, werk ik in mijn korte broek. Mag dat niet? Dan kom ik niet. O, en als het vriest dan werk ik niet. Dan schaats ik. Dus dan weten jullie dat".
Deze eigenzinnigheid is volgens Henny een belangrijke eigenschap voor tuinbazen. Als tuinbaas moet je soms stevig in je schoenen staan om bepaalde dingen voor elkaar te krijgen.

Zo krijgt Henny vaak kritiek met betrekking tot het maaien. De waterkant langs Slot Zuylen is hiervan een voorbeeld. "Net ook iemand: Waarom maai je nou wel langs die haag, maar waarom nou die kant niet? En dan zeg ik: Nou, volgende week dan bloeien hier duizenden moerasspirea's. Dat is iets wat de natuur je geeft, dat is zo mooi over een week. En ben je dan eigenwijs als je zegt: Ik maai dat niet, ik laat dat staan? Nee, dat is een manier van werken. Een manier van doen".

Henny is trots op het feit dat ze een van de weinige vrouwelijk tuinbazen is. Het fysieke verschil tussen haar en haar mannelijke collega's stoort haar niet. Ook hieruit blijkt haar doorzettingsvermogen. "Aan al dat buiten werken wen je ook. Je lijf past zich aan. Ook mannen lopen vaak ergens tegenaan. Natuurlijk ben ik minder sterk dan een jonge vent, maar voor veel dingen heb je geen kracht nodig maar slimheid. Als ik kracht nodig heb dan huur ik die wel een keertje in. Maar als ik ergens aan begin dan moet je van goeie huize komen om mij ervan af te houden. Ja, ik zet wel door. En dan werk ik menig man eruit. Dan zeg ik: Ben je een beetje moe, jochie? Gaat het wel met je? Je zweet zo! Geniet ik ontzéttend van!"

donderdag 5 juli 2012

Evaluatie na een weekje de Hondecoeter

Tekst: Marianne Bruijns, weekendbeheerder
Foto: Martha de Jong-Lantink.(www.flickr.com/photos/marthaenpiet/5842206687/).

Zondagmorgen stapte ik uit mijn autootje en zag een konijntje vermorzeld op straat liggen. Een prachtig beestje. Natuurlijk laat je zo'n diertje niet midden op de straat liggen en ik besloot hem aan de vos achter in het bos te schenken. Zo gezegd, zo gedaan.



Toen Peter (de Meere van de catering) kwam zei hij zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken: "We hadden het eigenlijk aan de vlaggenstok moeten hangen, want het is een echte de Hondecoeter!".
Ik denk dat de de Hondecoetertentoonstelling op het juiste moment op Syesteyn is gekomen, want de bezoekers zijn écht geïnteresseerd en er is een goede interactie met de tuin en omdat het het Jaar van de Historische Buitenplaatsen is, komt dat goed uit. De bezoekers vragen veel en dat wordt ook gewaardeerd met een ferme handdruk mét vijf euro erin! Er kwam ook een mevrouw die haar moeders schilderij, dat gestolen was, zocht. Ze heeft in het gastenboek geschreven dat ze het niet heeft gevonden. Jammer!
Wisten jullie dat de de Hondecoetertentoonstelling op Face-book staat? Dat de 1e schenking door de filantroop S.H. Kress aan het Metropolitan Museum of Art "Pauwen" van Melchior de Hondecoeter was? Dat de bekendste imitator van Melchior de Hondecoeter Jan van Oolen in het Museu de Arte Sao Paulo hangt?
Wisten jullie dat Rik al drie fraaie boekjes over verschillende onderwerpen van Sypesteyn heeft gepubliceerd? De Hollandse Porseleinroute, Tuinvisioenen en Melchior de Hondecoeter te gast op Sypesteyn. Gefeliciteerd Rik!!! Driemaal is scheepsrecht.

maandag 2 juli 2012

Opening tentoonstelling Melchior de Hondecoeter

foto's: Carla v.d. Puttelaar en Ruud Jobse

Directeur Huib Tijssens neemt als eerste het woord bij de opening van de prachtige tentoonstelling Melchior de Hondecoeter, schilder voor buitenplaatsen te gast op Sypesteyn. Voor het in grote getale aanwezige publiek zegt hij dat het typisch Sypesteyn is dat er niet genoeg stoelen aanwezig zijn. Hij bedankt alle bruikleengevers, sponsoren, fondsenverstrekkers, symphatisanten en vrijwilligers voor hun inzet, het Bestuur en de Van Sypesteyn Stichting, die 3 maanden de tentoonstelling aanbieden en kunsthistoricus René Dessing (helaas niet aanwezig wegens ziekte).
Bijzondere dank aan onze conservator Rik van Wegen als initiator en drijvende kracht achter dit enorme project. Met heel veel inzet en geduld heeft hij de Hondecoetertentoonstelling georganiseerd en gezorgd dat hij op tijd klaar was. De drijfveer hierbij was dat Henri van Sypesteyn behalve verzamelaar ook een gepassioneerd liefhebber was van historische tuinen én van pluimvee en watervogels. Hij zou ongetwijfeld ook een tentoonstelling rond de Hondecoeter hebben georganiseerd als hij daartoe de kans had gehad. Dit is ook een beetje een postume hommage aan de Jonkheer.

Natuurlijk bedankt Huib Joy Kearney dat zij belangeloos haar expertise ter beschikking heeft gesteld. Samen met Rik heeft ze een unieke tentoonstelling van 17e-eeuwse schilderijen voor buitenplaatsen naar Sypesteyn gehaald en een prachtige catalogus samengesteld.
De tentoonstelling is mogelijk gemaakt door: kunsthandel Hoogsteder & Hoogsteder, het K.F. Heinfonds, het Rabobank Coöperatiefonds en de Stichting Vrienden van Sypesteyn. Dankzij hun steun hebben vele, vooral particuliere bruikleengevers ons hun vertrouwen gegeven. Dank ook aan de Nederlandse Hoenderclub die exemplaren van historische hoenderrassen ter beschikking heeft gesteld. Ze zijn te bezichtigen achter in de tuin in ons Hoenderhotel.



De Ierse kunsthistorica Joy Kearney neemt enthousiast het woord over van Huib. Zij gaat in december promoveren op het onderwerp de Hondecoeter. Ze vertelt dat het de allereerste tentoonstelling van de HELE familie de Hondecoeter is. Je kunt de opbouw van het genre goed zien in de opstelling.



Je ziet vogels en dieren in een landschap, dan in close-up. Dat was het sterke punt van Melchior. Hij schilderde onderwerpen als vechtende vogels op een hoenderhof. Daarom hebben we hier op Sypesteyn een hoenderhof gemaakt, zodat de vogels in levende lijve te bewonderen zijn.
Grootvader Gillis de Hondecoeter schilderde ook dieren, maar het was niet zijn bedoeling deze levensecht af te beelden. Je ziet een scene met vogels en dieren. Hij was niet geïntereseerd in soorten. Melchior daarentegen wel. Je ziet soms wel 300 soorten in een schilderij. Hij had veel verstand van vogels, maar ook van hun gedrag b.v. bij de haan en kalkoen in gevecht om een territorium trekt de haan aan de lel van de kalkoen (meest pijnlijke plek). Hij kon goed observeren.


Melchior werd in 1636 in Utrecht geboren in de Minnebroederstraat en woonde daarna in Achter de Dom (straatnaam). Zijn grootvader Gillis werd in 1575 in Mechelen (niet in Antwerpen) geboren. Zijn familie verhuisde van de Zuidelijke (Antwerpen) naar de Noordelijke Nederlanden (Delft). Er zijn 200 schilderijen van Gillis bekend, 50 schilderijen van de vader van Melchior, Gijsbert en dik 300-350 van Melchior zelf.
Zijn neef Jan Weenix (er zijn ook twee werken van hem in de tentoonstelling) schilderde stillevens samen met Melchior, maar ook landschappen en portretten. Melchior vooral vogels. Ze hebben samen les gehad van de oom van Melchior en vader van Jan, Jan Baptist Weenix.
Er zijn maar 10 schetsen van Melchior teruggevonden. In het Tylermuseum is een tekening aanwezig en in het Rijksprentenkabinet. Deze tekeningen relateren aan bepaalde schilderijen. Het kan zijn dat de schilder ze zelf heeft vernietigd als hij ze niet meer nodig had.


De haan op veel schilderijen is waarschijnlijk van Melchior zelf. Hij schijnt zelfs afgericht te zijn geweest.
Melchior had wel toegang tot een menagerie b.v. van Willem III en de dierentuin van het Loo voor het obserseren en schilderen van de dieren.
De opgestoken vleugel en het kleine kuikentje op de schilderijen is een soort signatuur van hem. Melchior is altijd gefocust op iets wat gebeurt. Er is altijd wat aan de hand in zijn schilderijen.
Joy vertelt dat er na de opening een valkenier komt met zijn vogels: een slechtvalk (op schilderij staat een torenvalk) en een kerkuil (zie foto's hiernaast) om te tonen hoe levenecht Melchior de dieren schilderde.
Ze kan zo nog wel een paar uurtje doorgaan, maar Joy krijgt een seintje dat ze te lang praat. Jammer, want ze had nog zoveel te vertellen! Op naar de volgende spreker.