Hartelijk welkom!



Deze blog informeert u over de dingen die achter de schermen van ons kasteel gebeuren en bespreekt items uit onze uitgebreide collectie. Voor informatie over openingstijden en evenementen, tentoonstellingen, huwelijken en kinderpartijtjes verwijs ik u naar onze site:

www.sypesteyn.nl

Restaurant op Sypesteyn
De catering van het kasteel is in handen van het echtpaar Annette en Hans Hoogerwerf. Dit gastvrije duo zorgt voor een prettige plek waar gasten graag een hapje of drankje zullen nuttigen. Het terras is geopend tijdens de openingstijden van het museum. Hans en Annette verzorgen tevens de intakes voor bruiloften, feesten en bedrijfsactiviteiten. Ze staan u graag te woord om al uw wensen in vervulling te laten gaan.


Ik wil u uitnodigen uw reactie te plaatsen onder de artikelen.

Bedankt en veel leesplezier.

vrijdag 24 augustus 2012

"Op het vinkentouw"

Foto's: Rik van Wegen, Joost van der Elst

"Mooie tentoonstellingen, zoals we er nu een hebben met schilderijen van Melchior de Hondecoeter, trekken ook "mooie" mensen, mensen die veel te vertellen hebben".
Afgelopen week was mijnheer Van der Elst op bezoek, die zelf nog vinken vangt op de manier zoals die te zien is op het schilderij van Melchior de Hondecoeter in de Gotische kamer, maar nu om vogeltjes te ringen. Mijnheer Van der Elst en zijn vrouw hebben mij weer heel wat leuke dingen verteld, die ik weer kan gebruiken tijdens de rondleidingen.
Op mijn verzoek volgt hieronder een erg leuke bijdrage aan de blog van mijnheer Van der Elst, waarin hij aan de hand van twee foto's uitlegt hoe het vinken vangen met een net precies gaat.

Elly Grosscurt, rondleider




Op één van de schilderijen van Melchior de Hondecoeter (nr. 8 in de catalogus, links boven op het schilderij) staan vinkenvangers afgebeeld. Ze zitten "op het vinkentouw". Dit is verbonden met twee netten die dichtslaan wanneer op de ertussen liggende grond aangelokte vogeltjes komen.

Iets over de geschiedenis:

Deze techniek, die nog steeds op vogelringstations wordt gebruikt, stamt uit de Middeleeuwen. Op oude schilderijen staan zulke vogelaars vaak haveloos afgebeeld, vermoedelijk behoorden zij tot de laagste klasse.
In de 17e eeuw is dat drastisch veranderd. Toen stichtten rijke Amsterdamse kooplieden langs de Hollandse binnenduinrand hun buitenplaatsen. Zij zullen die plaats niet gekozen hebben om het fenomeen van de vogeltrek. Het is namelijk daar dat in de herfst duizenden vogels uit het noorden en oosten komend, bij hun trek naar het westen en zuidwesten op de Noordzee stuiten en daarom in een betrekkelijk smalle baan zuidwaarts gaan.
Liet een landgoedbezitter voor de grap een vogelaar wat netjes uitleggen om wat lekkers voor de keuken te verkrijgen? We weten het niet. Maar zeker is dat het bezit van een vinkenbaan een kwestie van status werd. Zo'n baan werd niet vlak bij huis aangelegd, maar een eindweegs het duin in, daar zijn de vangomstandigheden beter.
Is eenmaal een baan ingericht met meerdere netten en een gerieflijk vinkenhuisje van waaruit aan de lijn kan worden getrokken, dan kon je je gasten uitnodigen. De bezoekers deden dan voor de aardigheid ook een "trekje".
Ook werden uitnodigingen verzonden om de mozaïken te bewonderen van dode vinken en kepen, omringd door guirlandes van lijsters en merels die op het gazon waren uitgelegd. Iedereen kreeg dan een behoorlijke portie mee voor de keuken.
De Universiteit van Leiden gaf de Heren Studenten vrijaf, om bij hun relaties de baan te bezoeken. De vangstcijfers konden oplopen tot honderden per dag en vele duizenden per jaar. Wij zijn intussen Italië ontgroeid!

Terzijde

Eén landgoedbezitter is in de ornithologie vereeuwigd: Mr. Cornelis van Lennep , 1751-1813. Hij bewoonde het Huis Manpad in Heemstede. Hij bestudeerde het verband tussen de weersgesteldheid en de vogeltrek. Om 's ochtends meteen te weten hoe de wind stond liet hij de windwijzer op de schoorsteen verbinden met een windroos in de ontbijtkamer. Zat de wind in de zuidelijke hoek, dan wist hij dat het de moeite kon lonen om een reisje naar zijn baan te maken.

De vinker

Wilde men een goede baan in stand houden dan moest een bekwame vinker aanwezig zijn. In de herfst moest alles voor de vangst gereed zijn. Dat betekent het verzorgen van de speciale beplanting, het onderhouden van de netten en het beheren van een grote volière met lokvogels. Voor die op de baan werden gezet moest de vinker ze een fijn leren tuigje (een haampje) omdoen, waarmee ze via een ragdun kettinkje aan een pennetje in de grond werden vastgezet. Andere lokkers werden in kooitjes ten noorden van de baan als voorposten uitgezet, zodat die met hun roep de hoog aankomende soortgenoten omlaag konden lokken.
Ook moest hij vogels "muiten": in de loop van maanden de lichthoeveelheid in een afgesloten kooi zo manipuleren dat ze in de herfst hun voorjaarszang lieten horen.
Ook 's winters moest hij paraat zijn; waren er als het had gesneeuwd leeuweriken te horen, dan moest een ander soort net sneeuwvrij gemaakt worden waarop ze zeker zouden landen, want leeuweriken zijn een delicatesse!

foto 1

foto 2

De techniek

Op de eerste foto liggen de opgevouwen netten open. Een ruk aan de vanglijn trekt aan de lange lijnen die van voor naar achteren de netten dragen. Die tillen dan de netten op (foto 2) en slaan toe. De slag is geslagen.

Terzijde

In de loop van de tijd is een aantal vaktermen ontstaan. Eén slaat op het scharnier waarmee de stok in de grond draait, een "lurf".
Slaagt een vogeltje er bijna in te ontsnappen, door in de lengterichting van het bewegende net te vliegen, dan kon de vinker het nog net:
"bij de lurven pakken".
Het Groot Nederlands Woordenboek geeft een andere uitleg over het ontstaan van de uitdrukking. Wij vinden de onze, blijkbaar niet verantwoorde, mooier!

Het heden, 2012

In 1912 kwam de Wet op de Vogelbescherming tot stand. Met één klap kwam een eind aan de vinkerij. Slechts enkelen mochten voor de wetenschap doorwerken
Rond 1959 slaagden hier en daar vogelkenners - beroeps en amateurs - er in weer een vinkenbaan op te richten. Zij konden nog juist profiteren van de kennis van oude heren, beroepsvinkers in ruste. Die droegen met plezier alles over wat zij nog wisten.

Op een groot aantal plaatsen worden nu vogels geringd. Alle gegevens. zoals o.a. maten en leeftijd, gaan naar de ringcentrale die ook bekwaamheid beoordeelt en vergunningen uitgeeft.
Tussen alle Europese centrales is een "clearing", zodat, dankzij de grote getallen inzicht ontstaat over trekroutes, overleving, mogelijke veranderingen door klimaatwijziging, noodzaak van biotoopbescherming, e.d.
De techniek staat niet stil. Eerst werden lokvogels vervangen door elektronisch geluid. Slagnetten maken plaats voor mistnetten, die zo fijn zijn dat de vogels ze niet zien en er dan in vliegen en vastraken.
En nu is er naast het ringwerk de microtechniek. Jaarlijks worden GPS-zendertjes en dataloggers kleiner zodat ze nu ook al draagbaar voor kleine vogels zijn.

Joost van der Elst, augustus 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten